Wie deze winter griep kreeg had pech. Soms zelfs dubbele pech, want er waren nogal wat mensen die twee keer griep kregen. Dat kan. In onze landstreken woedden dit seizoen namelijk drie griepvarianten: A(H1N1)pdm09 (‘Mexicaanse griep’), A(H3N2) en B-griep. Wie de ene variant kreeg, kon later nog eens een andere onder de leden krijgen. De afgelopen weken was bijvoorbeeld de B-griep sterk in opmars.
De griepprik, die afgelopen november werd gegeven, bood redelijk goede bescherming. In het influenzavaccin voor het noordelijk halfrond zaten geïnactiveerde virussen A/California/7/2009 (H1N1)pdm09-like, A/Victoria/361/2011 (H3N2)-like en B/Wisconsin/1/2010-like (Yamagata-lijn). Die werden veelvuldig in de aangetroffen in de keel/neuswatten (‘swabs’) die door de peilstationhuisartsen van het NIVEL bij hun patiënten werden afgenomen.
Een ingezonden mededeling van het RIVM, NIVEL en het Julius Centrum voor Gezondheidswetenschappen en Eerstelijns Geneeskunde meldt dan ook een hoge effectiviteit voor de griepprik van dit jaar: maar liefst 90% B-griep, 53% voor A(H3N2) en 82% voor A(H1N1)pdm09. Voor alle griepvarianten tezamen gemiddeld 78%.
Dat is nogal wat! En ik denk eerlijk gezegd een behoorlijke overschatting doordat er alleen maar naar een selecte groep van patiënten en niet de doorsnee bevolkingis gekeken. Eergisteren, in een interview met een krant, sprak onze bekende viroloog prof. dr. Ab Osterhaus van een effectiviteit van ‘zo’n 60%’ en dat er betere griepvaccins nodig zijn. Ik denk dat hij veel dichter bij de werkelijkheid staat. Een recente Amerikaanse studie, die niet gecorrigeerd was voor leeftijden van de deelnemers, kwam op 62%. Canadese onderzoekers kwamen uit op 45%. Er moet wel bij worden gezegd dat in beide landen dit seizoen voornamelijk sprake was van A(H3N2). In Groot-Brittannië werd een effectiviteit gevonden van 49% voor A-griep en 51% voor B-griep.
De Grote Griepmeting kijkt naar griepachtige verschijnselen onder de gehele bevolking en niet alleen de selecte groepen patiënten die naar de huisarts gaan. In Nederland gaat slechts 20% van de grieplijders naar de huisarts (voornamelijk ongeruste ouders met hun jonge kinderen, risicogroepen en 60-plussers). In België is het huisartsenbezoek veel hoger, zo’n 80%. Dat is omdat iedereen die daar van het werk verzuimt, zijn huisarts moet hebben geconsulteerd. In andere Europese landen geldt die meldingsplicht niet en daar zien we ongeveer dezelfde cijfers voor het huisartsenbezoek als in Nederland.
Een Belgisch onderzoek onder Vlaamse griepmeters door Yannick Vandendijck en zijn mede-auteurs komt uit op een vaccinatie-effectiviteit van 54%. In Nederland komt Sander van Noort op een soortgelijke waarde als hij kijkt naar de periode dat er veel positieve laboratoriumtests zijn voor influenza en ook gevallen onder de epidemische grenswaarde weglaat. Over het hele meetseizoen genomen is de effectiviteit veel geringer of in sommige jaren zelfs afwezig. Eén oorzaak is dat griepachtige verschijnselen lang niet altijd door het influenzavirus veroorzaakt worden. En het gaat ons hier immers om de effectiviteit van het influenzavaccin.
Omdat u, als vrijwillige griepmeters in Nederland en Vlaanderen al tien jaar lang uw ziektebeeld doorgeeft, kunnen we ook zien dat de effectiviteit van de griepprik van jaar tot jaar varieert. Het griepvirus muteert voortdurend. Kennelijk is de keuze voor de griepvarianten in het vaccin door de Wereldgezondheidsorganisatie het ene jaar meer ‘raak’ dan in het andere.
Hoe kan de effectiviteit van de griepprik worden verbeterd. Het huidige, geïnactiveerde vaccin, is voor drie griepvarianten. Er wordt gedacht aan een viervoudig vaccin, waardoor de effectiviteit nog kan worden verbeterd. Met levend, maar verzwakt vaccin via een neusspray kunnen kinderen zeer effectief (circa 90%) worden gevaccineerd tegen influenza. In Groot-Brittannië zal deze griepvaccinatie bij kinderen met ingang van volgend seizoen worden aanbevolen. Een verstandige keuze, want griep wordt voornamelijk door jonge kinderen via peuterspeelzalen en scholen verspreid. Omdat zij voordat ze met veel andere kinderen in aanraking komen zelden of nooit met de ziekte in aanraking zijn geweest, hebben ze nog geen immuniteit en zullen ze elkaar dus razendsnel besmetten. Vaccineer je de kinderen, dan biedt dat dus ook bescherming aan hun ouders, en via de ouders met kinderen aan de rest van de bevolking.
Dat de griepprik nu al voor een goed deel helpt, is een verworvenheid die we moeten koesteren. Pokken zou ook niet zijn uitgeroeid zonder grootscheepse vaccinatie. Daarom is het wonderlijk dat het met name in Nederland bar en boos gesteld is met de vaccinatie van gezondheidswerkers. Daarvan is slechts 17% gevaccineerd. Bij de huisartsen is het 49%, ook nog niet eens de helft. Ik vind dat buitengewoon onverstandig, want in de gezondheidszorg, en speciaal in ziekenhuizen en verpleeghuizen zijn er veel kwetsbare mensen die ernstige schade kunnen ondervinden als ze door iemand van het personeel worden besmet. Door hun kwetsbaarheid lopen deze patiënten bij griep veel vaker een longontsteking op, met mogelijk de dood tot gevolg. En dat terwijl de Gezondheidsraad al sinds 2007 griepvaccinatie voor gezondheidszorgpersoneel heel duidelijk aanbeveelt.
Ligt u rustig bij uw tandarts als u weet dat griep enkele dagen voordat de eerste verschijnselen optreden door besmetting kan worden overgebracht? Is zo iemand niet gevaccineerd en heeft hij of zij griep onder de leden, dan is de kans niet ondenkbeeldig dat u nog geen paar dagen later op uw benen staat te tollen.
Carl Koppeschaar
Meer lezen?
Letter to the editor: Influenza vaccine effectiveness: heterogeneity in estimates for the 2012/13 season.
Van der Hoek W, Dijkstra F, de Lange MM, Donker GA, Meijer A, van der Sande MA.
Euro Surveill. 2013;18(7):pii=20399.
Effectiveness of seasonal 2012/13 vaccine in preventing laboratory-confirmed influenza infection in primary care in the United Kingdom: mid-season analysis 2012/13.
McMenamin J, Andrews N, Robertson C, Fleming DM, Durnall H, von Wissmann B, Ellis J, Lackenby A, Cottrell S, Smyth B, Zambon M, Moore C, Watson JM, Pebody RG
Euro Surveill. 2013;18(5):pii=20393.
Interim estimates of influenza vaccine effectiveness in 2012/13 from Canada’s sentinel surveillance network, January 2013.
Skowronski DM, Janjua NZ, De Serres G, Dickinson JA, Winter A, Mahmud SM, Sabaiduc S, Gubbay JB, Charest H, Petric M, Fonseca K, Van Caeseele P, Kwindt TL, Krajden M, Eshaghi A, Li Y
Euro Surveill. 2013;18(5):pii=20394.
ECDC: Seasonal influenza in Europe (EU/EEA countries).
WHO: Epidemiological and virological situation update of the 2012/2013 influenza season.
Efficacy and effectiveness of influenza vaccines: a systematic review and meta-analysis.
Osterholm MT, Kelley NS, Sommer A, Belongia EA (2012)
Lancet Infect Dis 12: 36-44.
Using the internet to estimate influenza vaccine effectiveness.
W. John Edmunds, Sebastian Funk
Expert Rev. Vaccines 11(9), 1027-1029 (2012).
Eight years of the Great Influenza Survey to monitor influenza-like illness in Flanders. Plos One (submitted).
Yannick Vandendijck, Christel Faes, Niel Hens
Estimating trends of influenza-like illness based on an observational study.
Yannick Vandendijck
Internet-based monitoring of influenza-like illness in the general populations: experience of five influenza seasons in the Netherlands.
Friesema, I.H.M., Koppeschaar, C.E., Donker, G.A., Dijkstra, F., van Noort, S.P., Smallenburg, R., van der Hoek, W. and van der Sande, M.A.B. (2009).
Vaccine, 27, 6353-6357.