De meeste meldingen werden gemaakt naar aanleiding van de eerste griepprik tegen de Mexicaanse griep, en deze zorgde ook het meeste voor (milde) bijwerkingen. De meeste griepprikken voor de seizoensgriep werden genomen begin november, de eerste griepprik voor de Mexicaanse griep eind november en de tweede griepprik voor de Mexicaanse griep in december.
Dagen waarop de griepprik werd verkregen, in Nederland en België.
De gerapporteerde verschijnselen bij de griepprik waren voornamelijk milde en lokale reacties zoals zwelling of roodheid op de plaats van de prik. Maar er waren ook meldingen van een stijve arm, spier of gewrichtspijn, tintelingen, hoofdpijn, moeheid, duizeligheid, zweten en rillingen, braken, diarree en buikpijn. Door de opsomming van de gemelde verschijnselen lijkt het erger dan het is. Ze zijn ook terug te voeren tot het feit dat het afweersysteem van je lichaam op gang komt na de prik. Je ondergaat een soort minigriepje. En juist daardoor raak je tegen de echte griep beschermd, aldus Carl Koppeschaar, initiatiefnemer van de Grote Griepmeting.
Zowel in België als in Nederland werden er meer algemene bijwerkingen (zoals hoofdpijn, moeheid, misselijkheid, koorts) ondervonden van de griepprik tegen de Mexicaanse griep (“Mexicaanse griepprik), dan bij de griepprik tegen de seizoengriep (“Seizoensgriepprik”). Bij de Mexicaanse griepprik werden er in België echter veel meer lokale bijwerkingen (rode of pijnlijke plek, zwellingen, stijve arm) gerapporteerd, zowel in verhouding met Nederland als in verhouding met de seizoensgriepprik. In België wordt tegen de Mexicaanse griep gevaccineerd met Pandemrix, in Nederland voornamelijk met Focetria.
Bijwerkingen griepprik voor Nederland en België.
Er zijn minder duidelijke verschillen zichtbaar tussen de bijwerkingen van de eerste en de tweede Mexicaanse griepprik, en zover deze verschillen er al zijn, zijn ze vaak niet significant vanwege het lage aantal meldingen voor de tweede Mexicaanse griepprik.
Bijwerkingen griepprik voor Nederland en België, eerste vs. tweede Mexicaanse griepprik.
Omdat bij een publieksmeting via internet altijd een verstoring kan optreden doordat mensen die geen bijwerkingen ondervinden zich minder snel zullen melden, is een vergelijking gemaakt tussen de meldingen die werden gedaan door onze trouwe griepmeters en door de nieuwe melders. Daar blijkt weinig verschil tussen te zitten, hoewel deelnemers aan de Grote Griepmeting iets minder vaak bijwerkingen rapporteerden.
Bijwerkingen griepprikken, voor Grote Griepmeting deelnemers, en mensen die niet deelnemen aan de Grote Griepmeting.
Minder dan 5% van de deelnemers die een griepprik heeft gehaald, heeft naar aanleiding van eventuele bijwerkingen een huisarts gebeld of heeft een huisarts bezocht. Het aantal ziekenhuisopnames is minimaal. Er werden vaker medicijnen gebruikt om eventuele bijwerkingen van de Mexicaanse griepprik te verhelpen dan van de seizoensgriep, vooral in België.
Acties ondernomen naar aanleiding van eventuele bijwerkingen, in Nederland en België.
Eventuele bijwerkingen beginnen meestal op de dag zelf of de dag erna. Hoewel er vaker bijwerkingen gerapporteerd van de Mexicaanse griepprik, lijken de bijwerkingen van de Mexicaanse griepprik korter te duren. Dit kan er echter aan liggen dat de Mexicaanse griepprik nog maar veel korter beschikbaar is, en dat er mensen zijn die de meting invullen terwijl ze nog steeds last hebben van bijwerkingen hebben.
Het begin van de bijwerkingen van de griepprik (in absolute aantallen).
De gerapporteerde duur van de bijwerkingen van de griepprik (in absolute aantallen).
Naar aanleiding van de seizoensgriepprik, rapporteerden deelnemers die behoren tot een risico groep vaker zowel lokale als algemene bijwerkingen. Naar aanleiding van de Mexicaanse griepprik hebben juist deelnemers die niet behoren tot een risico groep vaker lokale bijwerkingen (pijnlijke plek, stijve arm) gerapporteerd dan deelnemers uit de risicogroepen.
Tot de risico groepen zijn gerekend: leeftijdsgroep 6 maanden – 4 jaar, leeftijdsgroep 60-plus, zwangerschap vanaf 13 weken, chronische ziekte van de ademhalingswegen (zoals astma, COPD), diabetes, chronische hartaandoening, matige tot ernstige nier- of leveraandoening, overig (aandoeningen van de spieren of zenuwen, onderdrukking van de afweer, aangeboren ziekte van de stofwisseling). Mensen die tot een risicogroep behoren vanwege hun werk- of gezinssituatie, zijn niet de risicogroepen gerekend.
Bijwerkingen van de griepprik voor risico groepen in verhouding met niet-risico groepen.
Vrouwen rapporteerden significant vaker bijwerkingen dan mannen, zowel bij de Mexicaanse griepprik als de seizoensgriepprik. Vooral voor lokale bijwerkingen (rode of pijnlijke plek, bloedingen, zwellingen, stijve arm) is het verschil opvallend groot.
Bijwerkingen van de griepprik voor mannen en vrouwen.
Mensen die in voorgaande seizoenen al eens gevaccineerd zijn, hebben over het algemeen minder bijwerkingen dan mensen die dit jaar voor het eerst zijn gevaccineerd.
Bijwerkingen van de griepprik, voor mensen die wel of niet in vorige seizoenen al eens tegen de griep gevaccineerd zijn.
Deze voorlopige en beschrijvende analyse is uitgevoerd door Sander van Noort, epidemioloog verbonden aan de Grote Griepmeting. De anonieme gegevens over de gemelde bijwerkingen zullen ook nog voor nadere analyse ter beschikking worden gesteld aan het Rijksvaccinatieprogramma (RVP) en het Centrum Infectieziektenbestrijding (CIb) van het RIVM.
Sander van Noort en Carl Koppeschaar