10 februari 2012 – Ligt het aan de strenge kou? Of is het een naijleffect van de Elfstedenkoorts? Feit is dat het aantal griepgevallen in Nederland en België iets oploopt. Maar er is nog geen sprake van een epidemie.
Vorige week trokken in België 136 mensen op de 100.000 met griepklachten naar hun huisarts. Om te spreken van een epidemie moet dat aantal in België op minimaal 138 liggen. In enkele Zuid-Europese landen heeft de griep zich al verspreid en nu lijkt ook België aan de beurt, zo meldt het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid in Brussel. Vooral in Vlaanderen stijgt het aantal consultaties, met name voor kinderen. In Wallonië is dat minder het geval, zegt viroloog prof. dr. Marc Van Ranst.
Het Wekelijks Influenza Bulletin laat in België met name een stijging van griepachtig ziektebeeld (ILI = influenza-like-illness) zien bij kinderen.
De Grote Griepmeting ziet nog nauwelijks activiteit in Vlaanderen.
De door de Grote Griepmeting gemeten verschijnselen in Nederlandstalig België.
Maar daar moet bij worden gezegd dat slechts 2% van onze Vlaamse meetgegevens afkomstig is van kinderen in de leeftijdsgroep van 0 – 14 jaar. Ouders zouden ons onderzoek enorm vooruit kunnen helpen door ook de griep en verkoudheid van hun jonge kinderen door te geven!
De gegevens van de Vlaamse griepmeters opgesplitst naar leeftijd.
Hieronder de huidige situatie (rode lijn) vergeleken met de (veel intensievere) epidemieën van de afgelopen jaren.
In Nederlands zien we voor de afgelopen week een snellere stijging.
De door de Grote Griepmeting gemeten verschijnselen in Nederland.
Ook in Nederland ontvangen we helaas maar weinig rapportages (4%) van jonge kinderen.
De gegevens van de Nederlandse griepmeters opgesplitst naar leeftijd.
Ons Nederlandse beeld strookt weer niet met dat van van onze huisartsen. Het Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg (NIVEL) laat namelijk voor week 5 juist een daling van het aantal influenza-achtige ziektebeelden (IAZ) zien:
De gegevens van de NIVEL-peilstations van huisartsen tot en met week 5. Het NIVEL spreekt van een epidemie wanneer gedurende twee weken achter elkaar meer dan 51 op de 100.000 mensen met griepachtige klachten rapporteren én virologisch onderzoek het virus aantoont in neus- en keelmonsters. In week 5 was dit slechts eenmaal in de 33 afgenomen monsters het geval.
Met name omdat de ons omringende landen (Groot-Brittannië, Denemarken, Duitsland, Frankrijk, Luxemburg, Zwitserland) nauwelijks griepgevallen zien, lijkt er – althans voorlopig – dus nog weinig aan de hand te zijn.
Hieronder de huidige situatie (blauwe lijn) vergeleken met de (veel intensievere) epidemieën van de afgelopen jaren.
Carl Koppeschaar