13 januari 2015 – De griep houdt aan. Voor de vijfde achtereenvolgende week was er sprake van een epidemie, zo blijkt uit de rapportages van ruim zestienduizend vrijwilligers die deelnemen aan de Grote Griepmeting. Alleen tijdens de kerstvakantie was er een tijdelijk dip in het aantal griepachtige ziektebeelden.
Griep in Nederland en Vlaanderen gedurende de afgelopen zes weken. Door de kerstvakantie maakte de epidemie even een pas op de plaats. Maar daarna begon het aantal griepgevallen weer te stijgen.
Bij het Nationaal Influenzacentrum (NIC) kwamen tot eind vorige week 183 positieve tests op influenzavirus binnen vanuit diagnostische laboratoria. 93% bestond uit het A-type en 7% uit het B-type. Van de influenza A-virussen was 63% van het subtype A(H3N2) en 6% van subtype A(H1N1)pdm09 (‘Mexicaanse griep’). De rest werd nog niet gesubtypeerd.
De influenza A(H1N1)pdm09- en influenza B-virussen vertonen verwantschap met de virussen die voor de vaccinproductie zijn gebruikt. Hiervoor biedt de griepprik dus in voldoende mate bescherming.
Een groot deel van de tot nu gekarakteriseerde A(H3N2)-virussen behoren tot de ‘afstammingswolken’ 3C.2a en 3C.3a. Deze wijken zodanig af van de in februari vorig jaar door de Wereldgezondheidsorganisatie geselecteerde vaccinstam A/Texas/50/12, dat de griepprik er weinig bescherming tegen biedt. Voor het griepseizoen op het zuidelijk halfrond zijn inmiddels nieuwe vaccinstammen aanbevolen voor dit subtype, die lijken op A/Switzerland/9715293/2013.
Tekst: Carl Koppeschaar
Kaarten en grafieken: Dr. Sander van Noort
Griepachtige ziektebeelden (ILI = influenzalike illness) in Nederland. De grijze kromme in deze grafiek toont de epidemische grenswaarde.
Griepachtige ziektebeelden (ILI = influenzalike illness) in Vlaanderen. De grijze kromme in deze grafiek toont de epidemische grenswaarde.
Zie ook: In het nieuwe jaar meer griep