23 december 2014 – De griepepidemie, waarover we vorige week reeds berichtten, breidt zich flink uit. Dat blijkt uit de gezondheidsgegevens die worden doorgegeven door ruim vijftienduizend vrijwilligers van de Grote Griepmeting in Nederland en Vlaanderen. De griepepidemie doet zich dit jaar zeer vroeg voor in het seizoen. Alleen in 2009 (pandemie van Mexicaanse griep) en in 2003 (met het destijds nieuwe A/Fujian/411/02/H3N2-virus) zag de Grote Griepmeting een eerdere stijging van het aantal griepgevallen.
Griepachtige ziektebeelden in Nederland en Vlaanderen gedurende de afgelopen week.
Griepepidemieën vallen meestal samen met winterse kou. Maar die is er in heel Europa nog niet. Het meeste waarschijnlijk is daarom een ‘antigene mismatch‘ tussen de A/H3N2-stammen die nu rondwaren, ten opzichte van de door de WHO gekozen A/H3N2-stam in het griepvaccin (A/Texas/50/2012). In de Verenigde Staten werd al vastgesteld dat ongeveer 70% van de daar circulerende A/H3N2-virussen antigenetisch verschillen van de in de griepprik opgenomen stam. De griepprik voor het noordelijk halfrond biedt daardoor maar ten dele bescherming. Ook in Nederland zijn deze 3C.2a en 3C.3a stammen genetisch gekarakteriseerd in tien van de elf bemonsterde A/H3N2 griepgevallen. 86% van de griep in Nederland was tot vorige week van het A-type; de rest was B-griep. Van de Influenza A-virussen was 60% van het subtype A/H3N2 en 14% van subtype H1N1pdm09 (Mexicaanse griep). De rest was nog niet gesubtypeerd, aldus de informatie in de eerste ‘Influenza Nieuwsbrief’ van het seizoen 2014-2015 van het Nationaal Influenza Centrum (NIC).
Tekst: Carl Koppeschaar
Kaart en grafieken: Dr. Sander van Noort
De aantallen nieuwe griepgevallen voor Nederland en Vlaanderen (de grijze kromme lijnen tonen daarin de epidemische grens).
Zie ook Griep in het land