Griepachtige ziektebeelden in Nederland en Vlaanderen gedurende de afgelopen week.
17 december 2014 – Er is sprake van een griepepidemie. Weliswaar ziet de Grote Griepmeting voornamelijk griepachtige ziektebeelden in het noorden, westen en zuiden van Nederland, maar ook landelijk is het aantal griepachtige ziektebeelden reeds hoger dan de door ons gehanteerde epidemische grenswaarde (350 per 100.000).
Het aantal griepachtige gevallen (ILI = influenza-like illness) is in Nederland en Vlaanderen al twee weken hoger dan de epidemische grenswaarde. Hoe de epidemie zich verder zal ontwikkelen is uiteraard nog niet bekend. Er wordt een zwaardere epidemie verwacht doordat de griepprik dit seizoen geen volledige bescherming biedt.
Het relatief hoge aantal griepachtige ziektebeelden zo vroeg in december kan – maar hoeft niet noodzakelijkerwijs – samenhangen met een zogenoemde ‘antigene mismatch’ van nu circulerende A(H3N2)-griepvirussen ten opzichte van de in het griepvaccin opgenomen stam van A(H3N2). De samenstelling van het vaccin voor een komende winter op het noordelijk halfrond wordt altijd al in februari daaraan voorafgaand bepaald door de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO). Dat heeft te maken met de lange productieduur voor de miljoenen griepprikken. Afgelopen september heeft de WHO wel al een correctie toegepast in de samenstelling van het griepvaccin voor de komende winter op het zuidelijk halfrond (onze zomer in 2015), en de A(H3N2) component vervangen door het nu circulerende A(H3N2) virus.
In de VS is het A(H3N2) griepvirus met antigene mismatch reeds in bijna 68 procent van de laboratoriumbevestigde gevallen met A(H3N2) virus aangetoond. Het vermoeden was dat het via vliegverkeer snel naar Europa zou kunnen komen. Volgens het ECDC (European Center for Disease Prevention and Control) en de WHO is het virus al enige tijd in Europa en ook in Nederland. Het virus begint zich echter pas nu efficiënt te verspreiden.
Tekst: Carl Koppeschaar
Kaart en grafieken: Dr. Sander van Noort