Wetenschappers van de Amerikaanse Emory University hebben in het slijm van kikkers verschillende beschermde stoffen aangetroffen. Eén van die stoffen lijkt uitstekende bescherming te bieden tegen verschillende griepvirussen. In de komende jaren moet blijken of de stof kan worden ingezet als medicijn tegen griep.
Bijna alle dieren maken stofjes (peptiden) om zichzelf tegen ziekteverwekkers te beschermen. Dit is onderdeel van de natuurlijke aangeboren afweerreactie. Welke stoffen een dier precies produceert, is afhankelijk van de omgeving waarin het leeft. Wetenschappers proberen al die beschermende peptiden in kaart te brengen.
Kikkers spelen daarbij een belangrijke rol. Het is namelijk vrij gemakkelijk om stoffen uit het slijm van deze amfibieën te isoleren. Een klein stroomstootje of wat droog poeder op de kikkerhuid is voldoende om de productie van beschermende peptiden op gang te krijgen.
Bron: Sanil George en Jessica Shartouny
Vier treffers
Wetenschappers van het Rajiv Gandhi Center for Biotechnology in India verzamelen op deze manier al enige tijd peptiden van lokale kikkersoorten. Ze testen de stoffen vervolgens op een eventuele antibacteriële werking. Joshy Jacob van de Amerikaanse Emory University vroeg zich af of de peptiden ook werkzaam kunnen zijn tegen virussen.
Hij testte 32 verschillende stoffen op influenza A/H1 virussen en vond vier mogelijke medicijnkandidaten. Dat klinkt weinig, maar Jacob viel bijna van zijn stoel van dit resultaat. “Ik dacht dat je bij medicijnonderzoek duizenden of zelfs miljoenen kandidaten moest testen om één of twee treffers te vinden. Wij hebben nu maar 32 kandidaten getest en hebben gelijk vier treffers”, zegt hij in een persbericht.
Brede bescherming
Helaas zijn niet alle vier de stoffen geschikt voor gebruik in menselijk cellen. Jacob liet de peptiden in het laboratorium los op gekweekte menselijke rode bloedcellen. Drie van de vier stoffen zijn giftig en doden de rode bloedcellen. Eén van de stoffen leek dus onschadelijk en dat peptide is door de wetenschappers verder onder de loep genomen.
De beschermende stof is afkomstig van Hydrophylax bahuvistara, een klein kikkertje afkomstig uit het zuiden van India. Het peptide beschermt tegen verschillende griepvirussen van het type influenza A/H1. Dit gaat van archiefvirussen uit 1934 tot de meer moderne varianten en alles daar tussenin. De stof biedt dus een brede bescherming.
Eerste bewijs
Met behulp van microscopische opnamen ontdekten Jacob en zijn collega’s dat griepvirussen na blootstelling aan het peptide helemaal worden ontmanteld. Hoe die ontmanteling precies in zijn werk gaat is nog niet duidelijk, maar Jacob denkt dat het peptide aangrijpt op het eiwit hemagglutinine (H). Het griepvirus gebruikt het H-eiwit om menselijke cellen binnen te komen. Door de bindingsplaats te bezetten, brengt het peptide het griepvirus wellicht uit evenwicht waardoor het virus uiteindelijk sterft.
Microscopische opname van het griepvirus voor (links) en na (rechts) toedienen van het peptide uit kikkerslijm. Bron: David Holthausen.
Of die theorie klopt, gaan de Amerikanen in de komende jaren uitzoeken. Totdat er meer bekend is over de werking en de veiligheid van het peptide is het nog te vroeg om te spreken van een nieuw middel tegen griep. Dat is uiteindelijk wel het doel, maar deze studie geeft pas het eerste bewijs dat stoffen uit kikkerslijm een beschermende werking hebben tegen griepvirussen.
Bron: An amphibian host defense peptide is virucidal for human H1 hemagglutinin-bearing Influenza viruses